Verslag paddenstoelenexcursie Mildenburgbos

Op zaterdag 29 oktober 2022 organiseerde de Natuurvereniging Hollandse Delta een paddenstoelenexcursie in het Mildenburgbos in Oostvoorne. En die was zeer succesvol! Lees mee welke ruim 30 soorten tijdens deze excursie ontdekt werden.

Enorm veel paddenstoelen door temperatuur en vochtigheid

We startten onze excursie in de Lange Laan. De warme maand oktober en de natte perioden in september hebben ervoor gezorgd dat er dit jaar heel veel paddenstoelen zijn.

Honingzwam

De honingzwam was dit jaar in groten getale aanwezig. Het is een BASIDIOMYCEET, de sporen zitten op steeltjes tussen de lamellen of plaatjes. De paddenstoel groeit vaak in bundels op dood en levend hout. Het is het vruchtlichaam. Het grootste gedeelte, de zwamvlok of mycelium, zit onder de grond en kan zich snel uitbreiden en andere bomen aantasten. Ook de sporen kunnen zieke en gezonde bomen infecteren.

In tegenstelling tot de meeste andere paddenstoelen vormen ze rizomorfen, zwarte schoenveterachtige strengen met schimmeldraden (hyfen). Je kunt ze soms zien, onder de bast van de boom.

Ze kunnen 3 meter per jaar groeien en zo ook snel gezonde bomen aantasten. Het is een PARASIET, ze halen zo veel voedingsstoffen uit de boom, dat deze afsterft. Het is soms een plaag in bossen, parken en boomgaarden. Later voeden ze zich met het dode hout: SAPROFYTEN. Saprofyten ruimen 90% van de houtresten in de bossen op.

Sombere fluweelboleet, heksenkring en kaneelkleurige melkzwam

Aan de overkant vonden we een ander soort paddenstoel: een sombere fluweelboleet. Deze heeft geen lamellen, maar buisjes onder de hoed waar de sporen in zitten. Ook stonden hier een aantal heksenkringen met kleinere paddenstoelen; de kaneelkleurige melkzwam.

In oude volksverhalen worden paddenstoelen vaak toegeschreven aan hekserij en tovenarij.

Vandaar de namen: Satanboleet, Duivelsei, Heksenschermpje, Heksenboleet. Als je de lamellen van de kaneelkleurige melkzwam beschadigt, komt er inderdaad melk uit.  Sommige paddenstoelen groeien in een kring, een heksenkring. Deze ontstaat doordat de voeding van de paddenstoel opraakt. Al deze paddenstoelen komen uit dezelfde zwamvlok. Ze vormen nieuwe vruchtlichamen en verspreiden zich gelijkmatig in een kring, met nieuwe voeding in de bodem.

Groeiend op een beukenstronk

We zien ook een forse stronk van een dode beuk. Met veel exemplaren van de witte bultzwam. De zwam blijft het hele jaar aanwezig, maar groeit alleen in het najaar. Omdat ze schotelvormig zijn, houden ze water vast, vandaar de groene kleur van de algen. Ook zien we op dezelfde stam nog het elfenbankje, grijze gaatjeszwam en de gele korstzwam.

Vuur maken met een paddenstoel

Aan de overkant een aantal dikrandtonderzwammen. Een parasiet, vaak op verzwakte en zieke bomen. Deze werd heel lang geleden gebruikt in de tondeldoos. Om met deze paddenstoel vuur te maken, was nogal een klus: Korst afpellen, die trouwens vuurbestendig is. Vruchtvlees in stukjes snijden, koken in urine. Daarna tot pluis slaan. Dan kon je het aansteken, in de tondeldoos doen en meenemen op reis. Het was de enige manier om aan vuur te komen, als er geen brand door blikseminslag was. En vuursteen was niet overal te vinden. Gelukkig kwamen de lucifers en is de tondeldoos sinds begin vorige eeuw buiten gebruik.

Symbionten

Behalve de parasieten en saprofyten is er nog een 3e soort, de SYMBIONTEN. Zij leven in harmonie samen met de bomen. De schimmel levert mineralen aan de boom, de boom levert suikers aan de paddenstoel. Die zien we hier in de vorm van de russula. De grofplaatrussula is een forse paddenstoel, met grove lamellen. De enige russula die helemaal zwart wordt als hij ouder is.

Er zijn er ruim 200 in Nederland, ze kunnen vaak alleen met de sporen onder de microscoop gedetermineerd worden. Het zijn vaak gekleurde paddenstoelen, met een steel die heel breekbaar is, als een krijtje. De hoedhuid is voor een groot deel er af te trekken, dit is wel kenmerkend voor de russula.

Rupsendoder

Een heel klein paddenstoeltje, nauwelijks zichtbaar, een paar rode sprietjes net boven de grond is de Rupsendoder.  Dit is een parasiet die leeft op de pop van een vlinder. Alle weefsels van de rupsen worden vervangen door het mycelium van de zwam.

Stuifzwammen

We zagen ook nog 3 verschillende stuifzammen: de plooivoetstuifzwam, peervormige stuifzam en kleine aardappelbovist. Zij worden ook wel buikzwammen genoemd. Als de sporen rijp zijn, komen de sporen in poederwolkjes vrij, uit een opening aan de bovenkant. Ze worden zo verspreid door wind, regen, dieren.

Ascomyceten

Behalve de basidiomyceten zijn er ook nog de ASCOMYCETEN. De sporen zitten in zakjes en niet op steeltjes. Een mooi voorbeeld was de holsteelkluifzwam, een vrij zeldzame soort.

Het was een mooie herfstochtend en na tweeënhalf uur zoeken, vertellen en fotograferen hebben we ruim 30 soorten gezien. Met dank aan Wilma, die vooruitliep om paddenstoelen te zoeken en te markeren. Dat scheelde veel tijd! En aan Jos, die de grote groep van 27 personen bij elkaar wist te houden.

Janny Silvius