Insectenwerkgroep

De Insectenwerkgroep (IWG) van de Natuurvereniging Hollandse Delta houdt zich bezig met het bestuderen van insecten in de Hollandse Delta. Dat gebeurt door het organiseren van excursies om gewoon van insecten te genieten en ze bijvoorbeeld ook te fotograferen. Deze excursies staan vaak onder leiding van deskundige leden.

De IWG komt met enige regelmaat bij elkaar om ervaringen uit te wisselen en ontwikkelingen op het gebied van de insectenstudie te delen. Ook worden er jaarlijks lezingen en cursussen verzorgd.
Daarnaast verrichten we elk jaar velerlei onderzoeken voor natuurorganisaties als Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer en het Zuid-Hollands Landschap. In toenemende mate inventariseren we ook voor gemeenten welke insecten er in hun terreinen voorkomen en adviseren we hen bij het ecologische beheer van hun terreinen. Van meer recente aard is het samenwerkingsproject met Naturalis en de Universiteit van Leiden, waarin wordt onderzocht welke keversoorten er in Voornes Duin voorkomen.

Op gebied van insecten houden de leden van de Natuurvereniging Hollandse Delta zich voornamelijk bezig met de volgende groepen insecten:

o    Dagvlinders
o    Nachtvlinders
o    Libellen
o    Hommels
o    Kevers

De onderzoeksactiviteiten per soortgroep zien er als volgt uit:

Dagvlinders:

De leden van de Natuurvereniging zouden zich bezig met:

– Dagvlinder monitoring;
Dat betekent dat de leden wekelijks de dagvlinders van een vaste route in kaart brengen. Dat gebeurt tussen

1 april en 1 oktober. De resultaten worden doorgegeven aan de Vlinderstichting die, verspreid over het land, van in totaal 450 routes gegevens ontvangt. Hierdoor kan niet alleen de stand van deze mooie insecten worden bijgehouden maar ook het verloop van vlinderstanden worden vastgesteld.

Natuurorganisaties en overheden kunnen hieruit mogelijke beheermaatregelen treffen of aanpassen.
Monitoring gebeurt 1x per week op een route van maximaal 1.000 m lengte en alleen als de weerscondities het toelaten. Omdat het om relatief weinig soorten gaat en deze doorgaans makkelijk van elkaar te onderscheiden zijn, kunnen liefhebbers van dagvlinders dit onderdeel snel aanleren. Op Voorne zijn vijf routes uitgezet, op de Landtong van Rozenburg zijn onlangs twee routes uitgezet en op Goeree wordt ook op een aantal routes gemonitord.
Eén route wordt al sinds 1993 ingevuld en de laatste route is in 2019 in gebruik genomen.

– Inventarisaties;
Bij inventarisaties gaat het om een projectmatige inventarisatie, waarbij meestal een natuurorganisatie of een gemeente jaarlijks een verzoek doet om een bepaald gebied(je) te inventariseren. Hierbij gaan onze leden meestal om de 2 à 3 weken het afgesproken gebied in en noteren alle waargenomen vlinders, nachtvlinders en libellen. De gegevens worden samengebracht en gerapporteerd aan de aanvrager. Soms is zo’n inventarisatie nodig als een gebied drastisch op de schop is gegaan in het kader van natuurherstel. Er wordt dan zo snel mogelijk een nulmeting gedaan en op langere termijn wordt het terrein bezocht om mogelijke tendensen te kunnen meten. Ook vinden deze inventarisaties plaats als men een totaalplaatje wil krijgen van de diversiteit van een bepaald gebied. Een dergelijk onderzoek vindt vaak plaats in samenwerking met andere werkgroepen van de Natuurvereniging.

Dagvlinders kijken op Voorne:
Afhankelijk van het gebied dat bezocht wordt en het moment in het seizoen (april tot oktober) is het al gauw mogelijk 15-20 soorten dagvlinders waar te nemen. De beste periodes zijn de eerste helft van mei en de tweede helft van juli t/m de eerste helft van augustus.

Een paar vermeldenswaardige soorten die in en achter de duinen te zien zijn;
Oranjetipje – Kleine vuurvlinder – Kleine parelmoervlinder –Bruin blauwtje – Citroenvlinder – Koevinkje – Zwartsprietdikkopje en Groot dikkopje.
En natuurlijk ook de meer algemene soorten die in vrijwel heel Nederland voorkomen.
In één seizoen is het mogelijk tot een totaal aantal van 25 soorten te komen. Als gevolg van de stikstofdepositie en grote droogte is er de laatste decennia sprake van een forse achteruitgang van het aantal dagvlindersoorten op Voorne. Met name de soorten van het open duingebied hebben het erg moeilijk.

De gebieden met afwisselende begroeiing en half open terreintjes, met struiken of bos omzoomd, zijn de meest geliefde plekken voor vlinders. Nu de duinen van Voorne steeds verder worden opengelegd/gezaagd ontstaan er steeds meer locaties die voldoen aan de gewenste leefcondities van dagvlinders. Zeker als daar ook de voor de voortplanting gewenste gewassen in de buurt groeien.
Een gebied als de Heveringen voldoet uitstekend aan de vlinderwensen, in dit gebied is dan ook een vlinderroute uitgezet door het Zuid-Hollands Landschap.
Als u nieuwsgierig bent geworden en de duinterreinen op de kop van Voorne wil bezoeken, kies dan wel de juiste periode van het jaar en mooi zonnig weer met weinig wind.
’s Zomers tussen eind mei en eind juni is een ‘vlinderluwe’ periode, er vliegen dan niet veel vlinders, maar eind juni komt het weer op gang.

Voor informatie:Willem Prins: 06- 44988379 of mail naar prinswn@gmail.com.

Nachtvlinders:

Eigenlijk is er weinig verschil tussen dag- en nachtvlinders. Beide hebben dezelfde levenscyclus: ei – rups – pop & imago. Alleen kan bij nachtvlinders zowel het rups- als het popstadium soms meerdere jaren duren. En …. sommige nachtvlinders vliegen gewoon overdag, zoals de gamma-uil of de kolibrievlinder. Andere soorten laten zich heel makkelijk opjagen als je door de begroeiing loopt, zoals sommige spanners. Het aantal soorten
nachtvlinders is wel veel hoger dan het aantal dagvlinders! In Nederland komen meer dan 2000 soorten nachtvlinders voor, waarvan 900 soorten tot de macro’s behoren en de overige tot de micro’s.
Net zoals de indeling op basis van dag- en nachtvlinders is ook de indeling in macro- en micro-nachtvlinders meer praktisch van aard dan wetenschappelijk doordacht. Zo heeft de kleinste macro een voorvleugel van 8 mm, de grootste micro een van voorvleugel van 40 mm.

Voorne behoort voor nachtvlinders tot de soortenrijkste gebieden en een ‘goede nacht’ kan wel zo’n 160 soorten opleveren.
Een goede nacht is bij voorkeur warm, bewolkt en windstil. Volle maan heeft een negatief effect, maar onweer op afstand is ideaal. De meeste nachtvlinders worden pas in de schemering actief. Bosranden en bloemrijke bermen zijn de beste plaatsen, maar verlichte winkelruiten en trappenhuizen leveren soms leuke soorten op. Een sterke lamp, al dan niet voor een wit laken, is dan ook één van de methoden om nachtvlinders te inventariseren. Omdat de meeste soorten bloembezoekers zijn, worden ze ook aangetrokken door zoete, liefst gistende smeersels. Op Voorne wordt op regelmatige basis geïnventariseerd , onder andere in de Stekelhoek in Rockanje (Natuurmonumenten). 

Voor inlichtingen op het gebied van nachtvlinders: mail naar Peter Rooij, f2hperoy@hetnet.nl.
 
Libellen:

Libellen rijkdom:

Op het gebied van flora en fauna behoren de duingebieden van Voorne en Goeree tot één van de rijkste natuurgebieden. Het duingebied van Voorne is pas tijdens de late Middeleeuwen tot stand gekomen en bestaat in vergelijking met andere duingebieden in Nederland uit ‘jonge duinen’.
Dat er op deze eilanden veel libellensoorten voorkomen heeft te maken met de vele natte duinvalleien, gevuld met schoon regen- en grondwater.
Op Voorne vindt er ook geen winning van drinkwater plaats. Bovendien is er ook een groot insectenaanbod in het terrein, dat bestaat uit binnenduinbos, afgewisseld door grote- en kleine open gekapte stukken duin, waarvan een groot aantal duinvalleien met water gevuld staan of op z’n minst zeer vochtig is.
Langs veel van die natte valleien lopen wandelpaden, zodat praktisch alle libellensoorten makkelijk zijn te ontdekken vanaf  een pad, eventueel met gebruik van de verrekijker.

Het aantal soorten bij de ‘echte libellen’ (de grotere soorten) ligt op Voorne rond de 13, plus 5 soorten die sporadisch of niet altijd worden waargenomen, zoals de zuidelijke glazenmaker, zuidelijke- en zwervende heidelibel, gevlekte witsnuitlibel en vuurlibel. De vroege glazenmaker was tot voor kort afwezig, maar heeft het hele eiland Voorne inmiddels sinds 2010  gekolonialiseerd.

Bij de ‘juffers’ (de kleine libellensoorten) kennen we op Vooren rond de 12 soorten plus 2 bijzondere nieuwkomers.
De twee bijzonderheden zijn de zwervende pantserjuffer en de tengere grasjuffer, waarvan de eerste zich al in grote gebieden heeft gevestigd en de tweede heel langzaam vanuit de zuidelijke duinen oprukt.
In 2019 is een nieuwe soort voor Voorne Putten gearriveerd, n.l.; de gaffelwaterjuffer, een juffer die tot voorkort niet noordelijker voorkwam dan Walcheren. Waarschijnlijk is de soort met de zomerstorm van juni 2019 meegelift. Hoewel het geen makkelijk te determineren soort is, hopen we deze nog veel te zien.

Let op! Omdat iedere soort zijn eigen vliegperiode in het jaar heeft, komt men niet op één dag, of zelfs in één week, aan de aantallen die hierboven vermeld staan. Als u wilt weten wat de vliegperiode van een bepaalde soort is, kijk dan op www.vlinderstichting.nl/libellen of raadpleeg een gerenommeerde libellengids.

Inventarisaties:
Op verzoek van de beherende natuurorganisaties worden aangewezen delen van de duingebieden en andere delen op Voorne of Goeree geïnventariseerd. Resultaten worden vastgelegd in rapporten en aan de aanvragers aangeboden, deze rapportage wordt o.a. gebruikt voor beheer en subsidiedoeleinden.

Monitoring:
Landelijk gezien kunnen er, net als bij dagvlinders, trajecten worden uitgezet om libellen te monitoren. Op Voorne-Putten en Goeree-Overflakkee zijn er nog geen leden van de Natuurvereniging die zich hiermee bezig houden.

Kijk voor meer informatie m.b.t. insectenactiviteiten bij de activiteiten van deze site, of neem contact op met coördinator Jaap van Elst via e-mailadres insectenwerkgroephd@gmail.com

Hommels en bijen

Vanaf 2021 gaat de Natuurvereniging Hollandse Delta zich in eerste instantie richten op het bestuderen van hommels. In het voorjaar zal een groep geïnteresseerde leden door een docent van EIS Kenniscentrum Insecten worden geschoold in het herkennen en inventariseren van deze dieren. In het komende jaar zullen naar verwachting enkele natuurgebieden in de Hollandse Delta op deze insectengroep worden geïnventariseerd c.q. gemonitord. Mocht u interesse hebben om aan de cursus en/of het onderzoek deel te nemen, neem dan contact op met Jaap van Elst, de coördinator van de IWG.

Kevers

Vanaf 2021 gaat de Natuurvereniging in de duinen van Voorne ook kevers inventariseren. Dit is een bijzonder project. Het gebeurt op verzoek van en wordt ook begeleid door Menno Schilthuizen, de evolutiebioloog werkzaam bij Naturalis en de Universiteit van Leiden. Hij heeft als puber in de tachtiger jaren van de vorige eeuw onder leiding van zijn biologieleraar de kevers van Voorne geïnventariseerd.

In een aantal weekenden wordt een groep enthousiaste KNNV leden ingewerkt in de vangmethodes en het complexe determinatieproces van de kevers, om daarna zelf aan de slag te gaan, op zoek naar de verschillen tussen toen en nu, in soorten en aantallen.